...

Locs en rijtuigen

  Op de V-Route heeft een nieuwe loc zijn opwachting gemaakt. Dat was noodzakelijk geworden omdat ik vorige week de laatste hand aan mijn vier E28-rijtuigen heb gelegd. Deze set bestaat uit een gecombineerd bagage- en postrijtuig, een AB en een B, plus een restauratierijtuig, dit alles in de stijl van de DB in de jaren vijftig. Voor het eerst heb ik de rijtuigen voorzien van sluitseinen, door de desbetreffende regels uit een andere .wag file in te copiëren en aan te passen. Meer werk is daarentegen gaan zitten in de draaistellen, van het type "Görlitz III Schwer genietet". Deze zijn heel bepalend voor de aanblik van het materieel, dus daar mocht best wat aandacht aan worden besteed. Onverwacht lastig bleek het maken van de vouwbalgen. Omdat een vouwbalg aan twee kanten open is moet je ook de binnenkant modelleren. Immers, de virtuele wereld van MSTS is geheel geconstrueerd uit vlakken met als merkwaardige eigenschap dat die steeds maar een zichtbare kant hebben. Als je een object zou maken wat uit een vlak zou bestaan en dit rechtop zou zetten in een route, dan kun je de camera er omheen laten draaien. Je ziet dan alleen de voorkant, van achteren gezien lijkt het object volledig te zijn verdwenen.Tja, die vlakken. Eigenlijk zijn het driehoeken, aangeduid als polygons. Hoe minder polygons, hoe hoger de frame rate. Maar wil een object er een beetje realistisch uitzien, dan moet je veel details modelleren, en dat betekent: Veel, en soms zeer veel polygons. Neem nu mijn rijtuigen: Ik heb geen interieur ingebouwd, en geen remwerk. Alle niet zichtbare vlakken, zoals de rijtuigbodem, of de onderkant van een batterijkast, heb ik systematisch verwijderd. Toch komt zo'n rijtuig nog op 1500 polygons uit. Gelukkig blijft de frame rate met acht bakken achter een loc op mijn systeem meestal nog boven de 20.Na het modelleren van een object komen de textures aan bod, ook wel aangeduid als skins. Die maak ik in CorelDraw, met als grote voordeel dat ik niet afhankelijk ben van onscherpe foto's met een verkeerd perspectief. Details en kleuren kan ik dan zelf regelen. Ook kan ik bepaalde accenten aanbrengen, zoals het kleurverloop van een rijtuigdak. Zonodig kan ik ook met loupezuivere opschriften aan de slag, maar dan moet ik mijn ace-files oprekken tot 1024 x 1024 pixels en dat levert een praktisch probleem op omdat Train Sim Modeler deze omvang niet ondersteunt.Maar nu terug naar de loc voor deze rijtuigen. Dat is een BR 01 geworden, van MadMike, gedownload van www.the-train.de. De loc heeft nog de Wagner-windleiplaten, de bekende grote oren, en de maker verwacht dat je de cabview van een andere stoomloc plukt, in dit geval de BR 78. Die had ik gelukkig al, dus met het copieren van de betrokken cabview map was dat opgelost. Een snelle check van de .eng file leerde me dat het geluid van de Flying Scotsman was gebruikt. Op zich is daar niets mis mee, maar dat enge, schrille fluitje, dat nauwelijks indruk maakt...... Gelukkig heeft de Gölsdorf 380, ook standaard bij MSTS, een veel beter geluid. Ook dit was snel aangepast, je begrijpt het al, dit heb ik vaker gedaan, net als het veranderen van de koppeling, die staat bij MadMike altijd op automatic.... weg ermee, bij mij rijdt al het materieel met Coupling ( Chain ) als dat bij het prototype ook met schroefkoppelingen is uitgerust. Zo, nu was alles klaar voor de een proefrit. Tenminste, bijna, want ik had nog geen consist samengesteld, iets wat ik uit voorzorg altijd zelf doe. Dan weet ik in ieder geval waar ik moet zoeken als MSTS eruit klapt. Zeker bij nieuw materieel laat ik dan Conbuilder gelijk checken op ontbrekende bestanden. Geen foutmeldingen, dus kon MSTS worden opgestart. Even later bevond ik mij op de voetplaat. Naast mij hoorde ik de stoker al druk aan het werk. Even een rondje om de loc met camera 2. Frontseinen, in orde, in A-formatie. Sluitseinen? Verrast keek ik naar drie rode pitten, dat was er een teveel. Terug naar de .eng file, en weg met het derde sluitlicht. Nu ik toch bezig was met de verlichting leek dat een goede gelegenheid om AI-lights in te bouwen. Als de loc dan in een consist zit die onderdeel uitmaakt van een traffic pattern binnen een activiteit branden de frontseinen. Dat is goed te zien als zo'n trein je tegemoet komt. Hoe je dat moet doen heb ik gehaald uit een tutorial die door Steam4me on line is gezet.Uit de proefrit kwam naar voren dat het remmen wat moeizaam ging. Ook met een losse loc leek het alsof er twintig bakken achter hingen. Het duurde wel een halve minuut voordat de remmen na het lossen weer vrij waren gekomen. Als je met korte tussenpozen remmend tot stilstand wil komen langs een perron gaat dat dus niet. Je laat even lucht uit de treinleiding lopen en sluit daarna direct de remkraan, maar ondanks dat blijft de remming doorgaan, en halverwege de wisselstraat en het perronspoor sta je stil. Gelukkig kon ik de desbetreffende 'brake control'-regels in de .eng file vervangen door soortgelijke regels uit een andere stoomloc met een wat vriendelijker remgedrag.In de volgende column ga ik iets meer vertellen over de V-route, daar is dit keer niets van gekomen. Er is de afgelopen tijd wel aan gewerkt, 45 km dubbelsporige hoofdlijn is af, evenals een enkelsporige zijlijn van 12 km. naar een kolenmijn. Wordt vervolgd! Dit artikel is eerder op 07/03/2004 gepubliceerd in de rubriek MSTS Column.

7 maart 2004

...

Een nieuwe route

Sinds enige tijd ben ik met een nieuwe route bezig. Eigenlijk is het begonnen met de seinen van de Europe2-route. Die zien er op het eerste gezicht wel aardig uit, maar de seinbeelden die worden getoond zijn niet allemaal even realistisch. De belangrijkste reden daarvoor is dat Kuju voor het gemak de Oostenrijkse seinen naar Engels voorbeeld heeft ingericht, waarbij de onderste arm als voorsein wordt gebruikt. Omdat ik inmiddels goed overweg kon met TrainSim Modeler van Abacus (TSM) leverde het weinig problemen op om meer werkelijkheidsgetrouwe seinen naar DB-voorbeeld te modelleren, in de vorm van een voorsein/blokseincombinatie (zie plaatje).De nieuwe seinen kregen dezelfde .s en .sd bestandsnamen als de MSTS-seinen in de OE-route. Na vervanging van de betrokken bestanden plaatste MSTS bij het opbouwen van de virtuele wereld mijn DB-seinen keurig op elke plek waar een Microsoft-sein had gestaan. Deze methode bracht wel met zich mee dat het configuratiebestand sigcfg.dat moest worden aangepast in verband met de veranderde positie van de seinlampen, maar de scripts in de sigscr.dat konden in principe ongewijzigd blijven. In principe, want na het voorbijrijden van een trein nam de seinarm correct de stand Hp0-Zughalt in, maar veranderde ook de stand van het voorsein. Dat kon alleen verholpen worden door het script voor het voorsein aan te passen.Nu had ik een voorsein en een hoofdsein, maar ik wilde eigenljk meer, en weldra ontstonden ook andere Duitse armseinen. Dit had natuurlijk zijn weerslag op de bijbehorende config- en sigscr-bestanden, en eigenlijk was de OE-route veel te groot om op kleine schaal te experimenteren met mijn nieuwe seinen. Zo ontstond het idee om een kleine testroute te bouwen voor het beproeven van het klassieke seinstelsel van de DB, de Vaustrecke (Vau = V, van Versuch = test). Weldra had ik een emplacement met vier perronsporen, overloopwissels en dubbelsporig traject van bijna vijf kilometer. Nu kon ik de seinen gaan plaatsen, en daarna de optredende problemen het hoofd gaan bieden. Over seinen in MSTS is erg weinig documentatie beschikbaar, dus er moest heel wat geexperimenteerd worden. Er hebben in die periode heel wat testritten plaatsgevonden, waarbij het me opviel dat het proeftraject wel erg kaal was. Weldra verschenen er bomen langs het spoor, onwillekeurig gevolgd door perrons. Maar ja, alleen perrons, dat is ook geen gezicht. Uit een andere route werd het stationsgebouw van Fulda ingekopieerd, en op de juiste plaats gezet. Alleen, een stationsgebouw midden in een weiland, dat kan natuurlijk niet. Zo verrees tegenover het station een rijtje Duitse stadshuizen. Er werden nog meer bomen geplant, en een weg aangelegd met een dubbele car spawner erop. Nu begon het geheel wat meer op een echte spoorweg te lijken - alhoewel, een traject van vijf kilometer dat midden in het landschap ophoudt...... En dus werd dit traject verlengd, en voorzien van een tweede station.Inmiddels heeft de V-Strecke al een lengte van 40 km bereikt, en verbindt vier stations met elkaar. De plannen voor een zijlijn naar een kolenmijn liggen klaar, terwijl in de toekomst ook een zeehaven zal worden aangesloten om er steenkool naar toe te kunnen brengen. Het traject zal nog worden verlengd tot 60 km en eindigen in een grote stad met een ruim opgezet Hauptbahnhof. Er zijn heuvelruggen en bergen opgetrokken, met diepe kloven en bergmeertjes, terwijl aan weerszijden van het spoor de dennenbossen zich uitstrekken. Kortom, de route komt tot leven en het ene idee volgt het andere op.Zo heb ik alle snow-textures van de route eens grondig onderhanden genomen. Op het internet heb ik een handig tooltje gevonden om .ace-bestanden te openen, TGATOOL2. Daarmee kan ik het image-gedeelte, de eigenlijke skin, afzonderlijk van het alfa-kanaal naar een editor sturen, in mijn geval Corel PhotoPaint. Daar voorzie ik bv. een rood pannendak van een een sneeuweffect, waarvoor ik een airbrush-tool gebruik. Vervolgens sluit ik PhotoPaint af, en verschijnt de bewerkte skin in TGATOOL2. Aansluitend exporteer ik de texture dan weer als een .ace-bestand, en overschrijf daarmee de oude versie in de ...\TEXTURES\SNOW folder. Vooral de US2autofir2.ace, die gebruikt wordt door US forest-2 om een flinke lap grond snel in een dennenbos te veranderen profiteert hiervan. Als je daarna je route opent in het winterseizoen ziet het er meteen veel realistischer uit (zie plaatje).In de komende tijd zal ik in deze column verslag doen van mijn belevenissen op MSTS-gebied, maar met het oog op de ruimte moet ik het voor deze keer hierbij laten. Dit artikel is eerder op 12/02/2004 gepubliceerd in de rubriek MSTS Column.

12 februari 2004

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!trainsim

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden